Leuvense landbouwers oh zo goed bedeeld met Europees geld? Of krijgen zij het niet zelf?

Ingediend op juni 3rd, 2015 door bartcaron

Leuven is dé landbouwgemeente bij uitstek. Zo blijkt alvast uit de cijfers van de Europese landbouwsteun die De Tijd gisteren publiceerde. Liefst 31 miljoen stroomde naar de Vlaams-Brabantse hoofdstad, die velen allicht eerder met een universiteit of bier associeerden dan met land- en tuinbouw.
31 miljoen euro. Zowat even veel als er ging naar Poperinge, Ieper, Heuvelland, Vleteren, Langemark-Poelkapelle, Zonnebeke, Lo-Reninge, Houthulst, Diksmuide en boerengat Alveringem tesamen. Vreemd nietwaar?
Je kan natuurlijk aanhalen dat Leuven een grotere stad is dan de aangehaalde dorpjes en bescheiden steden. Maar wanneer we kijken naar het aantal ontvangers van Europese landbouwgelden, zit er toch wel een zekere discrepantie in. In de pot van de 10 westhoekse gemeentes steken ruim 2500 grijpgrage handenparen. De Leuvense pot moet slechts in 84 worden verdeeld. In gemiddelde steun per ontvanger komen we zo op een verhouding van 12.680 tegenover 374.820. Een modale Leuvense boer krijgt dus 30 keer zoveel als een Alveringemse boer.
Of zou die Europese landbouwsteun niet naar de landbouwers gaan?